Sensortechnologieën en meetprincipes
De te meten gassen, hun verwachte concentraties en andere factoren zoals kruisgevoeligheid voor andere gassen, omgevingsomstandigheden en explosiebeveiliging bepalen welke sensortechnologie(ën) moet(en) worden gebruikt. Met ons uitgebreide assortiment aan stationaire transmitters, draagbare gasdetectietoestellen en diverse sensoren bent u in staat om brandbare en toxische gassen, zuurstof en vluchtige dampen op betrouwbare wijze te bewaken.
Katalytische verbranding (CC)
Katalytische verbranding is een beproefd meetprincipe voor de detectie van ontvlambare gassen en dampen tot de onderste explosiegrens (LEL). Twee sensoren (detector en referentie) zijn verbonden via een "Wheatstone Bridge" circuit. Een brandbaar gas of gasmengsel verbrandt bij contact met de katalytische detectorsensor en zuurstof. De ontstane warmte verhoogt de elektrische weerstand. Dit veroorzaakt een meetbare stroom die evenredig is met de concentratie van het brandbare gas.
- Sommeting van brandbare gassen en dampen
- 0 - 100 % LEL
- Hoge meetnauwkeurigheid
- Lineair afleesgedrag
Thermische geleidbaarheid (TC)
Met thermische geleidbaarheid (TC) kunnen toxische en ontvlambare gassen worden gemeten in hoge concentraties tot 100% van het volume. Het werkingsprincipe is vergelijkbaar met dat van katalytische verbranding, met inbegrip van de "brug van Wheatstone"-schakeling. Het verschil is dat de gasmeting niet via de ontvlambaarheid wordt uitgevoerd, waardoor de afhankelijkheid van de aanwezigheid van zuurstof vervalt. Naast het te meten gas is een tweede gas, zoals lucht met een andere thermische geleidbaarheid, vereist als referentie voor de meting.
- Giftige en ontvlambare gassen
- Groot meetbereik (tot 100 vol.%)
- Geschikt voor een groot aantal toepassingen
Foto-ionisatiedetector (PID)
In een fotoionisatiedetector (PID) wordt lucht aangezogen en in de sensor blootgesteld aan ultraviolet licht. De fotonen in het UV-licht zorgen ervoor dat bepaalde moleculen uiteenvallen in positief geladen ionen en elektronen. Tussen de elektroden in de meetkamer ontstaat een meetbare stroom, die door de detector wordt omgezet in een meetwaarde die evenredig is met de gasconcentratie. Doelgassen van fotoionisatie zijn vluchtige organische stoffen (VOS), zoals oplosmiddelen en benzine-, diesel-, stookolie- of paraffinedampen. Deze zijn zelfs in zeer lage concentraties schadelijk voor de gezondheid. Foto-inonisatiedetectoren kunnen meer dan 300 van deze stoffen in groepen of afzonderlijk monitoren - vele al in concentraties van minder dan 1 ppm.
- Vluchtige organische stoffen
- Korte responstijden
- Zeer hoge gevoeligheid
- Veel meetgassen
Zirkoniumdioxide (ZD)
Voor zuurstofmeting wordt dit meetprincipe gebruikt met een elektrochemische zuurstofpompcel van zirkoniumdioxide. Bij hoge temperaturen (> 650 °C) gedraagt zirkoniumdioxide zich als een elektrolyt voor zuurstof, waarbij enerzijds zuurstofionen worden getransporteerd en anderzijds een meetbare stroom wordt opgewekt bij een partiële drukverschil tussen de beide zijden van het membraan. Het meetprincipe is ongevoelig voor milieu-invloeden en is geschikt voor metingen in zowel het percentage- als het sporenbereik (ppm).
- Selectief voor zuurstof
- Zeer korte responstijd
- Ongevoelig voor omgevingsinvloeden
- Lange levensduur
Infrarood (IR)
De infrarood-meetmethode maakt gebruik van de eigenschap van sommige gassen om licht te absorberen in bepaalde golflengtebereiken (banden), terwijl dit niet het geval is voor de belangrijkste natuurlijke bestanddelen van lucht (stikstof, zuurstof en argon). Twee infrarode stralen van verschillende golflengten (meet- en referentiestraal) worden in de meetkamer geleid en raken uiteindelijk twee detectoren (meet- en referentiedetector). Als de meetbundel wordt verzwakt door de absorptie van een aanwezig gas, komt de verminderde intensiteit overeen met de gasconcentratie. Gassen die met infrarood kunnen worden gedetecteerd zijn alle heteroatomische gassen zoals kooldioxide en koolwaterstofverbindingen.
- Brandbare gassen en CO2
- Lage kruisgevoeligheid
- Hoge nauwkeurigheid
- Lange levensduur
Elektrochemisch (EC)
Een elektrochemische meetcel is qua werking vergelijkbaar met een batterij. Het te meten gas diffundeert door een membraan in de sensor, die bestaat uit drie elektroden (werk-, referentie- en tegenelektrode) en een geleidende elektrolyt. De afzonderlijke componenten zijn aangepast aan het te meten gas. Door de reactie met de werkelektrode ontstaat een stroom van ionen naar de tegenelektrode. De gemeten stroom komt overeen met de concentratie van het te bewaken gas. De elektrochemische meetmethode is geschikt voor selectieve meting van een specifiek gas.
- Giftige gassen, O2 en H2
- Lineair afleesgedrag
- Zeer energie-efficiënt
- Hoge gevoeligheid
Chemisorptie (CS)
Bij chemisorptie bestaat het sensorelement uit een metaaloxide-halfgeleider (bv. tindioxide) die zich in een meetkamer met een vlamdover bevindt. Oxidatie van het te meten gas aan het sensorelement verhoogt de elektrische geleidbaarheid. De stroom wordt omgezet in een uitgangssignaal dat overeenkomt met de gasconcentratie. De temperatuur van het sensorelement wordt aangepast aan het te meten gas. Chemisorptie is geschikt voor de detectie van een breed scala brandbare en toxische gassen en wordt gekenmerkt door een lange levensduur van de sensoren en lage kosten.
- Brandbare en toxische gassen
- Kosteneffectief
- Verschillende meetbereiken (vol.-%, LEL, ppm)
- Lange levensduur